Banner

Sinds 1 januari 2016 maken leerwegondersteunend onderwijs en praktijkonderwijs deel uit van het stelsel van passend onderwijs. Samenwerkingsverbanden voortgezet onderwijs krijgen sindsdien de middelen om deze twee vormen van ondersteuning mogelijk te maken. Ook zijn ze verantwoordelijk voor de toewijzing ervan. De samenwerkingsverbanden moeten in hun ondersteuningsplan vastleggen hoe ze de procedure voor de toewijzing vormgeven.

Praktijkonderwijs (pro)

Praktijkonderwijs (pro) is een onderdeel van het reguliere voortgezet onderwijs en is bedoeld voor leerlingen die moeite hebben met leren op de traditionele manier. In het praktijkonderwijs leren ze dan ook niet alleen uit boeken of online, maar vooral door te doen. Maatwerk is typerend voor het pro: elke leerling volgt aan de hand van een persoonlijk Ontwikkelingsperspectief (OPP) zijn eigen leerroute.

Om toegelaten te worden tot het praktijkonderwijs (pro) als schoolsoort, is een indicatiestelling nodig. Is voor de toelating op alle andere schoolsoorten in het vo het schooladvies van de basisschool leidend, de wet maakt hiervoor een uitzondering voor het praktijkonderwijs. Het is dus niet zo dat het basisonderwijs via het schooladvies bepaalt of een leerling in aanmerking komt voor praktijkonderwijs.

Leerwegondersteunend onderwijs (lwoo)

Het lwoo is bedoeld voor vmbo-leerlingen die extra hulp nodig hebben om de leerstof van het vmbo goed te kunnen volgen. Vmbo-scholen die deze faciliteit aanbieden (ze zijn daartoe niet verplicht), kunnen zelf bepalen hoe ze dat doen, bijvoorbeeld door klassen te verkleinen, bijlessen te geven of huiswerkbegeleiding te bieden. Lwoo kan zowel binnen als buiten de reguliere lessen plaatsvinden, ook buiten de muren van de betreffende vmbo-school.

De indicatiestelling voor lwoo staat los van het schooladvies. Het is een constatering over de ondersteuning die de leerling na plaatsing op de betreffende schoolsoort naar verwachting nodig heeft. Het is dus niet zo dat het basisonderwijs bepaalt of een leerling in aanmerking komt voor lwoo. Het uiteindelijke besluit over toewijzing van lwoo-bekostiging neemt het samenwerkingsverband voortgezet onderwijs.

Toewijzing pro en lwoo

De samenwerkingsverbanden voortgezet onderwijs bepalen of een leerling toelaatbaar is tot het pro of is aangewezen op lwoo. Het bestuur van de pro- of vmbo-school dient de aanvraag in bij het vo-samenwerkingsverband. De school bepaalt uiteindelijk of een toelaatbare leerling ook geplaatst kan worden op die school.

De aanwijzing lwoo en de toelaatbaarheidsverklaring (tlv) voor het pro gelden voor de duur van de hele schoolloopbaan.

  • Voordat het samenwerkingsverband een beslissing neemt over het toewijzen van de ondersteuning voor lwoo dan wel pro, moeten twee deskundigen onafhankelijk van elkaar op basis van landelijk geldende criteria een advies geven. Dit geldt ook voor de toelaatbaarheidsprocedure voor het (voortgezet) speciaal onderwijs.
  • Ouders, maar ook het schoolbestuur, kunnen bezwaar maken tegen het besluit van een samenwerkingsverband. De wet schrijft voor dat elk samenwerkingsverband voor deze bezwaarprocedure een (bezwaar)adviescommissie moet hebben. Die brengt een advies uit aan het samenwerkingsverband, dat vervolgens een definitieve beslissing moet nemen.

Landelijk geldig

Een aanwijzing lwoo of een tlv voor pro is landelijk geldig. Heeft een leerling al een tlv voor pro, dan kan hij daarmee ook worden toegelaten op een pro-school in een ander samenwerkingsverband. DUO betaalt de basisbekostiging en de ondersteuningsbekostiging aan de pro- of vmbo-school en verrekent de ondersteuningsbekostiging met het samenwerkingsverband waar de school staat.

Ondersteuningsbudget

Het ondersteuningsbudget voor lwoo en pro is ingepast in passend onderwijs. De samenwerkingsverbanden zijn verantwoordelijk voor dit budget. Elk samenwerkingsverband krijgt een budget voor lichte ondersteuning. Dit ondersteuningsbudget is per samenwerkingsverband vastgezet op het deelnamepercentage voor lwoo en pro van 1 oktober 2012 in het betreffende samenwerkingsverband. Dat wil zeggen dat de samenwerkingsverbanden die in 2012 een deelnamepercentage van 13% hadden, een budget ontvangen op basis van 13% van het totaal aantal vo-leerlingen.

Het ministerie van OCW stelt het ondersteuningsbudget dat een school ontvangt voor een pro-leerling en een lwoo-leerling landelijk vast. Samenwerkingsverbanden kunnen de hoogte van dit budget niet zelf aanpassen.

Op weg naar een nieuwe bekostigingssystematiek

De invoeging van lwoo en praktijkonderwijs in passend onderwijs heeft geleid tot een heroverweging van de wijze van bekostiging (‘lichte ondersteuning genoemd’) aan het samenwerkingsverband. De afgelopen jaren zijn er meerdere onderzoeken uitgevoerd naar de wijze waarop de middelen voor lwoo en praktijkonderwijs het beste over de samenwerkingsverbanden kunnen worden verdeeld.

Voor lwoo is het mogelijk om aan te sluiten bij het model dat voor onderwijsachterstanden PO wordt gebruikt. In het meest recente onderzoek naar een alternatief verdeelmodel, heeft het CBS bekeken of de eindtoetsscore in het primair onderwijs kan worden gebruikt om de behoefte aan pro in te schatten. Op dit moment is dat niet goed mogelijk. Dat heeft onder andere te maken met een gebrek aan gegevens over de eindtoets. De verwachting is dat deze gegevens er over vijf jaar wel zijn. Het CBS is momenteel bezig om hier een model voor te ontwikkelen. Naar verwachting zal het model in 2024 kunnen worden toegepast.

Voor het pro is het niet goed mogelijk om op basis van objectieve factoren de behoefte te bepalen. Er wordt in overleg met het veld gekeken naar een alternatief. Hiervoor wordt een verdiepend onderzoek uitgevoerd naar de (financiële) consequenties van directe bekostiging van het praktijkonderwijs. Ook worden de consequenties van mogelijke alternatieven in kaart gebracht zoals het actualiseren van de peildatum 01-10-2012 naar 01-10-2020. Het onderzoek naar directe bekostiging is naar verwachting gereed in het najaar van 2021.

Het bovenstaande kan er voor lwoo anders uitzien als een samenwerkingsverband voor een zogeheten ‘opting out lwoo’ heeft gekozen.

Meer lezen