Samenwerkingsverbanden hebben verschillende mogelijkheden om arrangementen toe te kennen aan scholen voor gespecialiseerd onderwijs. Er kunnen individuele arrangementen worden toegekend gericht op één leerling of collectieve arrangementen gericht op meerdere leerlingen. Een arrangement kan bestaan uit de inzet van middelen en/of de inzet van personen.
Samenwerkingsverbanden maken hierover zelf afspraken met hun scholen. Deze afspraken beschrijven ze in het ondersteuningsplan, dat eens in de 4 jaar wordt vastgesteld. Voor de leerlingen die gebruik maken van het arrangement, dient een ontwikkelingsperspectief (OPP) te worden opgesteld.
Voorbeeld:
Een samenwerkingsverband kent een arrangement toe aan een so-school waar leerlingen zitten met een TLV (categorie 1: laag). Dit arrangement biedt de school de mogelijkheid om tijdelijk een meer passende context te bieden voor een groep leerlingen, waardoor ze niet verwezen hoeven te worden naar een andere voorziening of thuis komen te zitten.