Banner

Om toegelaten te worden tot het praktijkonderwijs is een toelaatbaarheidsverklaring (tlv pro) nodig. Om gebruik te kunnen maken van leerwegondersteuning in het vmbo is een aanwijzing leerwegondersteunend onderwijs nodig. Sinds 1 januari 2016 maken leerwegondersteunend onderwijs en praktijkonderwijs deel uit van het stelsel van passend onderwijs. Samenwerkingsverbanden voortgezet onderwijs krijgen sindsdien de middelen om deze twee vormen van ondersteuning mogelijk te maken. Ook zijn ze verantwoordelijk voor de toewijzing ervan. Dit doen zij op basis van landelijke criteria. De samenwerkingsverbanden moeten in hun ondersteuningsplan vastleggen hoe ze de procedure voor de toewijzing vormgeven.

In het uitvoeringsbesluit WVO staan in artikel 2.46 en artikel 2.47 de beoordelingscriteria voor het praktijkonderwijs en leerwegondersteunend onderwijs beschreven. Ook is landelijk vastgelegd welke informatie in een aanvraag moet zitten. Wanneer een samenwerkingsverband heeft gekozen voor opting out voor lwoo, mogen zij afwijken van de landelijke criteria. Voor het praktijkonderwijs geldt dit niet.

Jaarlijks wordt in de Staatscourant voor 1 oktober de regeling screenings- en testinstrumenten vastgesteld. Hierin staan de testen en toetsen vermeld die door het bevoegd gezag van de school gebruikt mogen worden bij de een aanvraag voor een tlv pro of voor het lwoo. Bij het beoordelen van een aanvraag moet het samenwerkingsverband controleren of inderdaad gebruik gemaakt is van deze screenings- of testinstrumenten.

Voordat het samenwerkingsverband een beslissing neemt over het toewijzen van de ondersteuning voor lwoo dan wel pro, moeten twee deskundigen onafhankelijk van elkaar op basis van landelijk geldende criteria een advies geven.