Het uitgangspunt van de onderwijswetgeving is dat alle kinderen onderwijs volgen op school. Soms kunnen kinderen echter vanwege psychische of lichamelijke beperkingen tijdelijk of gedeeltelijk minder onderwijs volgen. Het is dan mogelijk om deze leerlingen een op maat gemaakt onderwijsprogramma aan te bieden.
Afwijking onderwijstijd bij lichamelijke of psychische problemen
Om een leerling een in termen van onderwijstijd aangepast onderwijsprogramma aan te kunnen bieden is instemming nodig van de inspectie. De inspectie heeft in de beleidsregel Instemmen met afwijking van het verplichte minimumaantal uren onderwijstijd beschreven onder welke voorwaarden afwijking van de onderwijstijd is toegestaan in de sectoren primair, voortgezet- en (voortgezet) speciaal onderwijs.
Goed onderbouwen
Om instemming te krijgen van de inspectie moet het bevoegd gezag de beslissing om de leerling minder onderwijs op school te laten volgen goed onderbouwen. Dit doet het bevoegd gezag aan de hand van een ontwikkelingsperspectief (hierna: OPP). In het OPP wordt onder andere vastgelegd welk onderwijsprogramma de leerling op school volgt en welk onderwijs en/of welke ondersteuning aan de leerling wordt geboden gedurende de uren dat deze niet op school is. Daarnaast wordt aangegeven hoe de leerling weer toegroeit naar zo mogelijk het volledig aantal uren onderwijs op school. Daarnaast verklaart het bevoegd gezag dat de wettelijk vertegenwoordigers van de leerling op de hoogte zijn en het handelingsdeel van het OPP hebben ondertekend.
De instemming om af te wijken geldt voor het lopende schooljaar. Na een jaar wordt de situatie van de leerling en de aanpak in het OPP geëvalueerd. In beginsel moet een leerling binnen een schooljaar weer het volledige onderwijsprogramma kunnen volgen. Wanneer het binnen dat schooljaar niet gelukt is om de leerling weer het volledige onderwijsprogramma op school te laten volgen, moet het bevoegd gezag voor het daaropvolgende schooljaar een nieuwe aanvraag voor afwijking van de onderwijstijd indienen. In de nieuwe aanvraag moet het bevoegd gezag extra motiveren wat het eraan doet om de leerling volledig in te laten groeien of onderbouwen waarom dit niet mogelijk is en dat het maximale is bereikt of als doel is gesteld. Meer informatie over maatwerk in onderwijstijd is hier te vinden.
Inschrijving en afwijking van onderwijstijd
Veel scholen zijn in de veronderstelling dat zij een leerling niet mogen inschrijven als deze minder dan 50% van het onderwijsprogramma volgt. Deze veronderstelling is niet correct. Wanneer er voor een leerling afwijking van de onderwijstijd is aangevraagd en goedgekeurd, kan er tijdelijk ook een zeer beperkt aantal uren onderwijs gegeven worden. Ook kan het zijn dat de leerling tijdelijk helemaal geen onderwijs volgt. In dit geval moet er wel perspectief zijn naar ingroei. De bovengenoemde beleidsregel doet geen uitspraken over een minimum percentage van de onderwijstijd die de leerling in dit geval aanwezig moet zijn. Wel is het uitgangspunt van bovengenoemde beleidsregel dat een leerling binnen het jaar waarvoor afwijking is gevraagd weer volledig ingroeit in het onderwijs en dat de school zich daar ook voor inspant. Als dat niet binnen dat jaar lukt en de school doet opnieuw een aanvraag, dan geldt een zwaardere motiveringsplicht.
Wanneer er voor een leerling (tijdelijk) een ander aantal onderwijsuren zijn vastgesteld, middels de beleidsregel Afwijking van onderwijstijd dan ontvangt de school voor deze leerling de normale bekostiging.
Deze informatie is getoetst door het ministerie van OCW en de Inspectie van het Onderwijs.
Oktober 2024
*Op grond van de artikelen 12, tweede lid, WEC, 8, lid 12 WPO en 6g, lid 7, WVO.