Veelgestelde vragen
-
Welke (handelings-)ruimte biedt het experiment onderwijszorgarrangementen?
Binnen het experiment is het mogelijk om af te wijken van de wettelijke voorschriften omtrent:
- Onderwijstijd: er geldt geen minimum of maximum aantal uren en er hoeft niet gewerkt te worden met de beleidsregel afwijking onderwijstijd;
- Inhoud van het onderwijs: er mag afgeweken worden van de kerndoelen binnen het onderwijs;
- Locatie van het onderwijs: er mag ook onderwijs geboden worden op een zorglocatie;
- Bekostiging: samenwerkingsverbanden kunnen maximaal 2,5% van hun ondersteuningsbudget flexibel inzetten voor activiteiten op het snijvlak van onderwijs en zorg.
-
Moet een leerling ingeschreven staan op een school als hij/zij onderwijs wanneer het onderwijszorgarrangement op een zorglocatie georganiseerd is?
De kinderen en jongeren die binnen een onderwijs-zorgarrangement onderwijs willen gaan volgen op basis van de afwijkingsmogelijkheden uit de experimenteerregeling moeten worden ingeschreven op een school. Het is geen verplichting om álle jongeren binnen een initiatief in te schrijven op een school; zonder inschrijving kunnen zij echter geen gebruik maken van de afwijkingsmogelijkheden uit het experiment.
Indien een leerling een vrijstelling onder 5a had, dan blijft deze vrijstelling behouden gedurende de looptijd van het experiment.
-
Welke financiële ruimte biedt het experiment?
Eén van de doelstellingen van het experiment is dat samenwerkingsverbanden meer ruimte krijgen om hun budget in te zetten voor activiteiten op het snijvlak van onderwijs en zorg. Dit betreft 2,5% van het totale bruto-budget van het samenwerkingsverband (dit is het budget vóór aftrek van de TLV). Wanneer de leerling wordt ingeschreven in het speciaal onderwijs, wordt voor de leerling een TLV afgegeven. Deze middelen, die het speciaal onderwijs ontvangt vanuit de TLV zelf, kunnen niet ‘flexibeler’ worden ingezet.
Er zijn diverse scenario’s om in het experiment tot bekostiging van het onderwijs te komen, bijvoorbeeld:
- Gebruik maken van de basisbekostiging (bij de school) voor de leerlingen in het arrangement en dit budget benutten om het onderwijs binnen de OZA te financieren. Met het SWV kunnen vervolgens afspraken worden gemaakt over aanvullende inzet vanuit de 2,5% flexibele ruimte, waar dit nodig is om activiteiten op het snijvlak van onderwijs en zorg te bekostigen. Eventueel kan besloten worden om het TLV-deel vanuit de school weer terug te storten naar het samenwerkingsverband.
- Gebruik maken van de basisbekostiging en een deel van de TLV-middelen (beide vanuit de school). Uit deze middelen kan bijv. een docent voor enkele dagen per week op het initiatief worden ingezet. Resterende TLV-middelen worden teruggestort aan het SWV. Ook dan kunnen met het SWV afspraken worden gemaakt over aanvullende inzet vanuit de 2,5%, waar dit nodig is om activiteiten op het snijvlak van onderwijs en zorg te bekostigen.
- Gebruik maken van de basisbekostiging en de volledige TLV-bekostiging, eventueel aangevuld met middelen uit de 2,5% op het gebied van onderwijs en zorg.
-
Moet er voor de leerlingen een tlv aangevraagd worden?
Wanneer leerlingen ingeschreven worden op het praktijkonderwijs, sbo, so of vso, is een tlv voor deze leerling noodzakelijk. Zonder tlv kan een leerling niet ingeschreven worden op een school voor praktijkonderwijs of gespecialiseerd onderwijs. Wel kan er tussen school en samenwerkingsverband worden afgesproken dat de middelen behorende bij de tlv worden teruggestort aan het samenwerkingsverband. Daarnaast bestaat de mogelijkheid om leerlingen in te schrijven in het regulier onderwijs en met het samenwerkingsverband apart afspraken te maken over aanvullende ondersteuning.
-
Moet binnen de experimenteerregeling gebruik gemaakt worden van afwijking onderwijstijd?
Nee, dat hoeft niet. Er hoeft niet per leerling afwijking van onderwijstijd aangevraagd te worden. Wel wordt in het opp van de leerling vastgelegd hoeveel uur onderwijs verwacht wordt dat de leerling kan volgen.
-
Hoe vindt de selectie van de onderwijszorgarrangementen plaats?
Er kunnen maximaal 80 onderwijs-zorgarrangementen (OZA) deelnemen aan het experiment. Selectie vindt plaats op basis van:
- Verwachte bijdrage aan de doelen van het experiment:
- Toename van het aantal jongeren met een complexe ondersteuningsbehoefte dat onderwijs volgt;
- Afname van het aantal leerlingen met een complexe ondersteuningsbehoefte dat uitvalt van school;
- Verbetering van de mate waarin onderwijs en zorg aansluiten bij de behoeften van leerlingen met een complexe ondersteuningsbehoefte.
- Evenwichtige verdeling tussen de soorten OZA, de onderwijssectoren en de doelgroepen
- Regionale spreiding van deelnemende OZA
- Spreiding over de samenwerkingsverbanden
Wanneer er op basis van de bovenstaande criteria nog te veel kandidaten overblijven, zal worden overgegaan op loting . Dus stel dat er uit één regio of samenwerkingsverband verhoudingsgewijs heel veel aanvragen zijn, dan kan dat leiden tot loting van deelnemers uit die regio of samenwerkingsverband om uiteindelijk te komen tot een evenwichtige spreiding.