Banner

Initiatieven van afstandsonderwijs voor thuiszitters vinden al goed hun weg binnen de bestaande wet- en regelgeving. De door hen ervaren knelpunten zijn veelal terug te voeren op verschillen in interpretatie van de Leerplichtwet, onduidelijkheden rond de toepassing van de Variawet en bekostigingsvraagstukken. De praktische handelingsruimte wordt vergroot door goede voorlichting over en meer eenduidigheid in de wet- en regelgeving.

Aanleiding en doel van het onderzoek

Sinds de uitbraak van COVID-19 staat afstandsonderwijs in het brandpunt van de belangstelling. Tijdens de scholensluitingen moest het hele onderwijsproces noodgedwongen op afstand plaatsvinden en is een snelle digitalisering van het onderwijs op gang gekomen. Als gevolg hiervan is afstandsonderwijs als mogelijke oplossing voor de thuiszittersproblematiek naar voren gebracht1. In het interne verkenningsdocument Afstandsonderwijs voor thuiszitters (OCW, oktober 2020) staat binnen welk kader afstandsonderwijs voor thuiszitters een rol kan spelen. OCW heeft in dit verband gevraagd om een onderzoek naar afstandsonderwijs als tijdelijke maatwerkoplossing gericht op terugkeer naar fysiek onderwijs.

Het onderzoek heeft als doel:

  • Te inventariseren welke (juridische) knelpunten er zijn bij de lopende initiatieven die afstandsonderwijs verzorgen als maatwerkinstrument voor leerlingen die relatief of absoluut verzuimen;
  • Te inventariseren op welke wijze thuiszitters die afstandsonderwijs volgen worden gemonitord op hun voortgang in hun (school)ontwikkeling;
  • Het hieruit voortvloeiend doen van een beknopte handreiking waar (eventueel) nieuwe wet- of regelgeving
    nodig is, waar eventueel verduidelijking nodig is of waar aansluiting met aanpalende regelgeving nodig is.